Brief aan mijn zoon - deel II

Woensdag, 12 uur. Ik sta aan de schoolpoort tussen zoveel andere ouders, te wachten tot de deur opengaat en ik mijn kleine snotter kan ophalen. Ik zie een andere mama en haal de muziek uit mijn oren. Hoe het gaat, vraag ik haar. Ze is nog twee weken langer thuis, antwoordt ze. Ik hoor de teleurstelling in haar stem en voel met haar mee. 

Tien dagen geleden is ze gecrasht. De dokter wilde haar toen twee weken thuis zetten maar een week was voldoende vond ze. Intussen heeft ze drie weken ziekteverlof en ik hoop voor haar dat het voldoende is, maar iets in me vreest ervoor. Want dat was ik, drie jaar geleden.

Lieve Noah

Weet jij nog hoe je huilde? Hoe je uren en uren huilde en nauwelijks sliep? Had je pijn? Was je moe? Bang misschien?

Ik was moe. Doodmoe. We sliepen al maanden niet meer, je papa en ik. Ik herinner me de nachten, die zo mogelijk nog slopender waren dan de dagen. Ik herinner me gehuil. Van jou, van mij. Zo ontzettend veel gehuil.

Ik weet nog hoe ik telkens terug naar de kinderarts ging met de vraag of dit normaal was. Of je misschien pijn had? Wat ik kon doen? En hoe ik na vier maand opgaf. Ik werd  telkens naar huis gestuurd en ik voelde me falen.

Toen je 6 maand was, ging je voor het eerst naar de opvang. Het was een lastige start maar de vrouw die de opvang open hield had maar liefst 40 jaar ervaring en ik had er vertrouwen in dat het goed zou komen. Na een aantal dagen verloor ik dat vertrouwen. En toen ze me op een gegeven moment zei dat - als jij bij haar in de opvang bleef - de kans groot was dat ze je tegen de muur zou gooien (sic), snakte ik naar adem.

Don't get me wrong. Ik verwijt haar niets. Ik weet dat het lastig was. Maar tot dat punt dacht ik dat ík aan het falen was. Dat het allemaal in mijn hoofd zat. Dat ík het niet aankon. Toen jij op je 7 maanden geschorst werd uit de crèche snapte ik eindelijk dat het niet zozeer ík was. Ik beeldde me niets in. Je huilde écht zoveel. Alleen wist ik nog steeds niet waarom.

Ik belde opvang na opvang. Of ze op korte termijn nog plaats hadden? Wat mijn korte termijn was? Maandag. Nu maandag? Ja, nu maandag. Ik vond na veel bellen en mailen een opvang waar jij op maandag, woensdag en vrijdag naartoe mocht. Ik ging naar mijn directie die mij prompt mijn ouderschapsverlof deels liet opnemen en ging schuiven in mijn uren. Ze weten op school niet half hoe dankbaar ik ben voor hun flexibiliteit toen. Op dinsdag en donderdag bleef ik thuis met jou en verdronk ik. Ik ging terug naar de kinderarts, werd doorverwezen naar een kinderpsycholoog (i kid you not, darling) wat eindigde op een sisser. Hallo, je was 7 maand! We gingen samen naar een osteopaat wat eindigde in nog méér gehuil, ook na 6 bezoeken. Ten einde raad ging ik in op een voorstel van een vrouw bij crisisopvang Gent die me de gegevens van een cranio-sacraal therapeute mailde. Ik wist niet wat ik anders moest doen. Dus ik sleurde je mee en je haatte het.

Je werd ziek. Je kreeg buisjes toen je 8 maand oud was. Er werd ons zoveel beterschap beloofd in het ziekenhuis maar jij bleef huilen.

Ik werd ziek. Verkouden. Hoofdpijn. Hoesten. Een maandenlange opstoot van mijn astma. Ik ging apart slapen want hield je papa nóg meer wakker. We sliepen uiteindelijk vier maanden in een andere kamer. Want ik bleef ziek en je papa begon ook te hoesten.

Januari 2014. Je was nog geen jaar oud. Ik zat bij de huisarts en stopte plots niet meer met huilen. Ik had zo ontzettend veel pijn. En ik was zó moe. De dokter wilde me twee weken thuis zetten. Ik weigerde. Eén week was voldoende. Die ene week werden drie maanden. In die drie maanden spendeerde ik een 5-daagse ziekenhuismarathon met jou in het Sint-Lucas. De buisjes mochten niet baten. Je ging naar 40° koorts en ontwikkelde een infectie op je rotsbeen. Je ging aan de intraveneuze antibiotica en ik, doodop, trok de nachten door. Ik kreeg zelf een oorontsteking met blaasjes op mijn trommelvlies. Ik zat bij de tandarts met tandpijn die een sinusitis bleek te zijn. Ik kreeg antibiotica- na antibioticakuur en twee rondes cortisone erbovenop. Mijn dokter heeft het nochthans niet voor de zware paardenmiddelen but at that point, it seemed the only way. In maart ging ik terug aan het werk. Met een muur in mijn hoofd en a very mushy brain.

Het heeft me zo lang gekost er terug bovenop te komen. Om te komen tot woensdagnamiddagen van gelach en geravot en samen cakejes bakken (i.e. de lepel aflikken). We zijn er samen uit geraakt. Maar die mama, van dat meisje in jouw klas, heeft het nu eventjes moeilijk. En ik wou dat zij vandaag ook lachend door de keuken huppelde met cakedeeg op haar neus. Ze komt er wel, maar ik vrees dat het nog even zal duren.

Dit is deel II van de brief aan mijn zoon. Deel I vind je hier.
Noah was de echte start van TODIY! De rocky start die hij en ik deelden was de aanleiding. Hoe moeilijk die periode ook was, het is deel van mij, van hem en van alle moois wat eruit voort kwam.

Reacties

Populaire posts